Hoeveel pensioen heb je echt nodig?
In dit blog ga ik je vertellen hoe je ervoor kunt zorgen dat je genoeg voor later hebt.
Hoeveel je nodig hebt, hangt af van drie dingen:
- Uitgaven
- Inkomsten
- Vermogen
Zo simpel is het. Alles is in te delen in een van bovenstaande groepen.
Maar echt simpel is het niet want je hebt te maken met veel variabelen.
- Uitgaven
- Wat zijn je minimum vaste lasten?
- Wat de extra kosten van je gewenste levensstijl?
- Welke eenmalige grote uitgaven wil je doen?
- Inkomen
- Huidige inkomen
- Hoeveel van je inkomen kun je nog sparen?
- Wanneer ga je stoppen met werken?
- Hoeveel van je inkomen kun je nog sparen?
- Pensioenvoorzieningen
- Pijler 1. Hoeveel AOW krijg je?
- Pijler 2. Hoeveel pensioen heb je opgebouwd bij vorige werkgevers?
- Pijler 3. Hoeveel aanvullend pensioen heb je zelf geregeld?
- Huidige inkomen
- Vermogen
- Hoeveel liquide vermogen heb je?
- spaargeld
- beleggingen
- spaargeld
- Hoeveel Illiquide vermogen heb je (minus schulden)
- Onroerendgoed (Woning, vakantiehuis)
- Bedrijf, te vorderen leningen,
- Roerende goederen (kunst, verzamelobjecten, boot)
- Hoeveel liquide vermogen heb je?
Bovenstaande is een korte opsomming van de vele factoren die je pensioen en je financiële leven beïnvloeden. Je pensioen is dus niet heel simpel.
Je pensioen hangt af van je complete financiële situatie. Zelfs hoe je verzekerd bent.
Stel dat je huis afbrand en je bent niet verzekerd dan heeft dat grote impact op je financiële situatie en dus je pensioen.
Ook fiscale aspecten spelen een rol. De overheid kent regelingen waarbij je fiscaal gunstig voor je pensioen kunt beleggen of sparen.
Zeker als je een DGA-ondernemer bent of zzp'er dan heb je en complexe financiële situatie en moet je zelf je pensioen regelen. Je vermogen is dan je pensioen en dat vermogen moet nog een leven lang meegaan. Lees verder hoe je dat het best kunt doen.
De drie pensioenpijlers in Nederland?
Pensioen is een belangrijk onderwerp waar we allemaal mee te maken zullen krijgen. Het is immers de periode na ons werkende leven, waarin we kunnen genieten van onze welverdiende rust en vrije tijd. Daarvoor hebben we voldoende (pensioen) geld nodig.
Het pensioen in Nederland bestaat uit drie pijlers
- AOW
- Werkgeverspensioen
- Eigen aanvullend pensioen of vermogen
Pijler 1. AOW
Iedereen in Nederland krijgt AOW. Dit is het basispensioen dat wordt gefinancierd vanuit de overheid. De hoogte van de AOW-uitkering is afhankelijk van je leeftijd en of je samenwoont met een partner. Op dit moment is de AOW-leeftijd 67 jaar, maar deze kan in de toekomst nog veranderen. Het bedrag dat je ontvangt kan ook nog verschillen per persoon, afhankelijk van je persoonlijke situatie.
- De hoogte van de AOW in 2023 is: € 1.378,98 netto per maand voor alleenstaanden en € 939,24 netto per maand voor samenwonenden.
- Iedereen die in Nederland heeft gewoond en gewerkt bouwt daarmee AOW op en ontvangt een uitkering uit de Algemene Ouderdomswet (AOW). Meer informatie hierover biedt de SVB.
Pijler 2. Werkgeverspensioen
Als werknemer bouw je meestal ook pensioen op via je werkgever. Dit noemen we het werkgeverspensioen. Het is een aanvulling op de AOW-uitkering en zorgt ervoor dat je later een hoger inkomen hebt naast de AOW. De hoogte van het werkgeverspensioen hangt af van je salaris, hoe lang je in dienst bent geweest en hoeveel pensioenpremie er is betaald. Ook dit bedrag kan per persoon verschillen.
Bekijk hoeveel werkgeverspensioen je hebt opgebouwd.
- Op Mijnpensioenoverzicht.nl kun je alle opgebouwde en verwachte pensioenbedragen terugvinden, inclusief de AOW.
- www.pensioenchecker.org is een handige app waar je snel en eenvoudig kunt zien hoeveel werkgeverspensioen je hebt opgebouwd. Inloggen met je DigiD.
Ondernemerspensioen
Ondernemers hebben geen of weinig werkgeverspensioen en moeten zelf voor hun pensioen zorgen. Dit kan bijvoorbeeld via een pensioenregeling voor zelfstandigen of door zelf te sparen of te beleggen.
Pijler 3. Eigen aanvullend pensioen of vermogen
Naast de AOW en het werkgeverspensioen kun je er ook voor kiezen om zelf extra geld opzij te zetten voor later. Dit noemen we de derde pensioenpijler in Nederland of aanvullend pensioen.
Dit kan bijvoorbeeld door middel van sparen of beleggen. Het voordeel hiervan is dat je meer vrijheid hebt over hoeveel en wanneer je geld opneemt.
Een andere optie is om een eigen aanvullend pensioen op te bouwen, zijn pensioenproducten bijvoorbeeld via een lijfrenteverzekering. Hierbij spaar of beleg je op regelmatige basis een bedrag wat later uitgekeerd wordt als aanvulling op de AOW en het werkgeverspensioen. Dit kan fiscaal voordelig zijn, omdat het bedrag dat je inlegt (tot een bepaalde limiet) aftrekbaar is van de belasting.
Voorbeelden aanvullend pensioen in pijler 3:
- Lijfrente sparen of beleggen
- Pensioenpolis of verzekering,
- Spaarrekening, beleggingsrekening.
Meestal is de AOW en een werkgeverpensioen niet genoeg. We spreken dan over een pensioengat. Het is verstandig om zelf een aanvullend pensioen op te bouwen of extra vermogen te vergaren voor je oude dag.
Hoe eerder je hiermee begint, hoe meer tijd je hebt om vermogen op te bouwen.
Hoeveel pensioen heb je nodig?
Er zijn twee methoden om dat te bepalen.
- Je maakt een schatting of neemt een gemiddelde
- 70% van je laatste inkomen
- Je kijkt naar het gemiddelde in Nederland (NIBUD)
- Je maakt een berekening specifiek voor jouw situatie. (het beste)
- Eenvoudige berekening
- Een financieel plan met cashflow analyse en scenarioanalyse.
Nattevingerwerk
De richtlijn die vaak wordt gebruikt om te bepalen hoeveel pensioen je nodig hebt, is 70% van je laatste verdiende inkomen. Dit betekent dat je 70% van het (bruto) inkomen dat je ontvangt wanneer je met pensioen gaat nodig hebt voor je pensioen.
Dit kan werken maar is natuurlijk geen ideale manier van bepalen hoeveel pensioen je nodig hebt. Misschien heb je meer nodig of misschien wel minder.
Dat geldt ook voor het nemen van een gemiddelde van Nederland voor de inschatting van je maandelijkse uitgaven. Je kunt de gemiddelde uitgaven van het NIBUD gebruiken als leidraad voor hoeveel pensioen je nodig hebt, maar ook dat is nattevingerwerk.
Volgens het NIBUD, heeft het gemiddelde Nederlandse (echt)paar rond de € 3100 per maand aan pensioen nodig inclusief huur of hypotheek. Voor alleenstaanden is dat € 2200.
Maar het is belangrijk om te onthouden dat dit slechts een gemiddelde is en dat iedere persoon en situatie anders is.
Een goede berekening maken is niet gemakkelijk omdat er veel factoren meespelen:
- Hoelang wil of kun je nog werken?
- Hoeveel kun je sparen zolang je werkt?
- Wat is je levensverwachting?
- Hoe houd je rekening met inflatie?
- Welk rendement kan ik verwachten?
- Hoe zorg ik dat ik niet te veel belasting betaal?
- wat als er iets onverwachts gebeurt zoals scheiden, overlijden, arbeidsongeschiktheid?
- Wat is je jaarruimte?
- Hoe profiteer je optimaal van fiscale regelingen?
Wanneer je een complexe financiële situatie hebt dan is het beter om een berekening te laten maken door een gecertificeerd financieel planner. Die kan een financieel plan voor je maken dat rekening houdt met al je persoonlijke en financiële doelen.
Een financieel plan is een uitgebreid overzicht van je huidige en toekomstige financiële situatie, inclusief strategieën om deze doelen te bereiken. Een gecertificeerd financieel planner kan ook advies geven over hoeveel te beleggen, belastingen, pensioenen en verzekeringen.
Het hebben van een goed financieel plan geeft rust en zekerheid voor de toekomst, wetende dat je genoeg voor later hebt, wat er ook gebeurt.
Hoe gaat dat in de praktijk?
Als je het echt goed wil doen...
Als je het echt goed wil doen dan maak je een persoonlijk maatwerk plan voor je pensioen. Het is tenslotte jouw leven!
Hoeveel is genoeg?
De meeste mensen gaan pas over pensioen nadenken wanneer er geld overblijft. Men is, vooral in het begin, bezig met overleven en opbouwen.
Daarna komt vermogen. Als er eenmaal een flink aantal jaren gewerkt is of ondernemerssucces is geboekt, dan kan men kan zich een comfortabele levensstijl veroorloven en bouwt men vermogen op.
De volgende stap is niet een nog groter huis of nog dikkere auto maar vrijheid. Vrijheid is genieten van je vermogen of pensioen zonder zorgen over geld.
Ik wil in ieder geval genoeg voor later hebben en me geen zorgen hoeven maken over geld. Ik wil niet dat ik later te kort kom.
Aan de ene kant wil ik niet te vroeg stoppen met werken, om te voorkomen dat ik later niet genoeg geld heb voor mijn pensioen. Aan de andere kant wil ik ook weer niet te lang doorwerken, om te voorkomen dat ik straks geen tijd meer heb om te genieten van mijn pensioen.
Ik wil ook nog tijd kunnen besteden aan familie en mezelf. Ik heb geen zin om me dood te werken en alles na te laten aan de belastingdienst …
Je pensioen opbouwen of je vermogen beheren heeft een doel en dat is ervoor zorgen dat je voor de rest van je leven genoeg geld hebt om comfortabel te kunnen leven zoals jij dat wilt. De meeste mensen weten wel hoeveel ze hebben, maar weten niet of het genoeg is.
Van modaal tot multimiljonair, iedereen heeft hetzelfde (financiële) probleem: Zorgen over geld, heb ik wel genoeg?
Genoeg hebben en het gevoel hebben dat je genoeg hebt, zijn twee verschillende dingen. Aan het eind van je leven zijn er drie vermogensscenario’s:
- Je hebt niet genoeg.
- Je hebt genoeg.
- Je hebt te veel.
1 Niet genoeg voor later
Als op je oude dag blijkt dat je niet genoeg vermogen hebt om comfortabel van te kunnen leven, dan heb je een probleem. Je kunt dan niet veel meer doen dan het met minder doen, bezittingen verkopen of weer gaan werken.Je kunt beter nu weten hoe je ervoor staat dan later, je kunt er nu nog iets aan doen.
2 Genoeg
Stel dat je meer geld hebt dan je ooit in een leven op zou kunnen maken? Stel je voor dat je je nooit meer zorgen hoeft te maken over geld, omdat je toch genoeg hebt om alles te kunnen doen of bezitten.
Stel je nu voor dat je genoeg hebt, maar dat je niet weet dat je genoeg hebt.Hoe zou dat je leven beïnvloeden, welke invloed zou dat hebben op de beslissingen die je maakt over geld?
Hoe vermogend je ook bent, als je niet weet of je genoeg hebt dan is de kans groot dat je je nog steeds zorgen maakt over geld. Hoe jammer zou het zijn als je langer doorwerkt dan nodig is, langer dan je eigenlijk zou willen? Je zorgen maakt om geld terwijl dat helemaal niet nodig is?
Misschien zou je bezuinigen op je auto, eten, vakanties, hobby’s. Terwijl je alles gewoon had kunnen hebben of doen. Misschien zou je minder aan jezelf en je familie spenderen terwijl je je het gemakkelijk had kunnen veroorloven. Of erger nog, stel dat je het geld wel uitgeeft maar dat je jezelf daarna schuldig voelt. Het punt is, zorgen over geld verminderen de kwaliteit van leven ongeacht hoeveel geld je hebt.
3 Te veel
Het derde scenario is dat je eindigt met te veel geld. Je eindigt als Dagobert Duck met een grote stapel geld in je pakhuis. Zelf heb je er niets meer aan want je bent er niet meer.
Als je dit bewust hebt gewild is dat ok. Als dat niet de bedoeling was, dan kan het zijn dat je onbedoeld hebt beknibbeld op kwaliteit van leven. Zoals minder op vakantie gaan, te lang doorwerken of je schuldig voelen wanneer je geld uitgeeft aan extra luxe.
De eerste stap naar financiële rust is weten hoeveel genoeg is. Hoe sneller je het weet, hoe beter.
Op je 55ste kun je namelijk meer genieten van je geld dan op je 86ste.
“Life is not a rehearsal” Paul Armson, Financial Planner.
Bereken hoeveel genoeg is
Als je niet weet hoe je er financieel voor staat en hoeveel je nodig hebt in de toekomst, dan wordt beleggen ook een soort schieten zonder doel (doe maar 6%).
Of je vult een standaard-vragenlijstje in waar een risicoprofiel uit rolt. Een standaard-vragenlijstje meet het risico (de pijn) die je aankunt. Die pijn krijg je meestal ook, terwijl het misschien niet nodig is.
Zonder te weten of je genoeg hebt, kan beleggen voor veel spanning zorgen. Je wordt nerveus wanneer de financiële markten dalen, want je weet niet wat je kunt verwachten en wat de impact op je financiële toekomst is.
Onzekerheid kan ervoor zorgen dat je tijd gaat verspillen aan het financieel nieuws en het volgen van de markten en het monitoren van je beleggingen. De kans bestaat dat wanneer je belegt zonder te weten hoeveel genoeg is, je in een soort emotionele achtbaan terechtkomt waarbij je fouten maakt met permanente verliezen tot gevolg.
Pensioenplan of vermogensplan in de praktijk
Financiële planning, vermogensmanagement, vermogensadvies, vermogensregie, vermogensplanning of pensioenplanning komt allemaal eigenlijk op hetzelfde neer: zorgen dat je genoeg geld hebt voor later.
Het is eigenlijk vrij simpel: zo lang je werkt bouw je vermogen op en zodra je stopt met werken teer je in op je vermogen. De kunst is om ervoor te zorgen dat je vermogen langer meegaat dan jij en je familie.
Er zijn maar drie manieren om je vermogen langer mee te laten gaan en dat zijn:
- langer werken;
- minder spenderen;
- meer risico nemen met je vermogen voor meer rendement.
Het begint met het antwoord op de vraag: hoeveel is genoeg? Hoeveel heb je nodig om voor de rest van je leven te kunnen leven zoals jij dat wilt? Het antwoord is een getal!
Of je genoeg pensioen voor later hebt, hangt af van drie factoren die je zelf stuurt,
- Inkomen (of tijd: hoeveel en hoelang je werkt,
- Spenderen (vaste en eenmalige kosten over tijd),
- Beleggingsrisico (hoeveel risico neem je en hoeveel bijbehorend rendement kun je verwachten)
1 Tijd
Zolang je werkt of onderneemt heb je inkomen. Hoe langer en hoe meer je werkt, hoe meer je kunt sparen en vermogen je kunt opbouwen.
Later krijg je AOW (pijler 1) en wellicht nog een pensioen van een vroegere werkgever (pijler 2).
De belangrijkste asset(bezitting) die je hebt is tijd. Je hebt daarvan maar een beperkte hoeveelheid. Je kunt je tijd verruilen voor geld door te werken maar die tijd kun je nooit meer terugkopen. Niemand weet precies hoeveel tijd hij of zij nog zal hebben.
Tijd ruilen voor geld geeft voldoening tot op zekere hoogte. Wanneer je financieel eenmaal in een comfortabele levensstijl kunt voorzien, dan biedt het ruilen van tijd voor extra geld steeds minder waarde.
2 Lifestyle-kosten
Hoeveel ga je uitgeven? Als je eenmaal stopt met werken, verdien je minder maar de kosten gaan gewoon door.
Sterker nog; de kosten zullen waarschijnlijk stijgen wanneer je stopt of minder werkt.
Je hebt nu meer tijd om je geld uit te geven. Je kunt nu genieten van al die dingen die je altijd al had willen doen, maar waar je voorheen geen tijd voor had.
Wanneer je werkt heb minder kosten dan inkomsten waardoor je kunt sparen en vermogen kunt opbouwen voor je pensioen. Wanneer je stopt met werken dan is het net andersom. Je hebt meer kosten dan inkomsten en je teert op je vermogen in. Dat geeft niets zolang je genoeg vermogen hebt.
3 Vermogen
De derde factor die je pensioen bepaalt is het rendement dat je op je vermogen hebt. Het geld dat je gespaard hebt kun je aanhouden in de vorm van spaargeld, pensioenverzekeringen, lijfrentes, onroerend goed, kunst, aandelen, obligaties, enzovoort.
Elke bezitting geeft een rendement positief of negatief.
Iedereen die een pensioen heeft opgebouwd bij een werkgever die belegt. Mensen weten het misschien niet maar elk pensioenfonds in Nederland belegt. Zonder beleggen zou Nederland niet met pensioen kunnen.
Door lange termijn beleggen kan het vermogen groeien waardoor je langer en meer kunt blijven spenderen.
Er is veel geschreven over pensioenstrategie en er bestaan veel producten, maar uiteindelijk is alles te vatten in een van onderstaande drie categorieën waarmee je kunt sturen.
Je kunt drie dingen doen om je vermogen langer mee te laten gaan:
- Langer doorwerken,
- Minder uitgeven,
- Meer beleggingsrisico nemen in ruil voor meer rendement.
Met het sturen van deze drie tools kun je een sluitende begroting voor je pensioen maken. Jaarlijks bijsturen is nodig omdat een plan of begroting verouderd is op het moment dat het klaar is.
Er zijn drie factoren die samen je vermogen in balans brengen. Je wil genoeg rendement op je vermogen en voldoende inkomsten hebben om je uitgaven te kunnen blijven betalen. In jargon noemt men dat asset liability management.
Plannen voor tegenvallende beleggingsresultaten
Beleggingsrendement brengt enige onzekerheid met zich mee maar daar kun je je op voorbereiden. Om te beginnen moet je niet beleggen met geld wat je op korte termijn nodig hebt om je te beschermen voor korte termijn beursrisico. Ook met het lange termijn slechtst mogelijke scenario moet je rekening houden.
Het enige wat je kunt doen tegen lange termijn risico is om flexibiliteit aan te brengen in je vermogen. Dat kan op verschillende manieren zoals bijvoorbeeld wat minder te spenderen wanneer je niet op koers ligt (donker rood = flexibel).
Scenarioanalyse lange termijn risico
Lange termijn risico kun je inzichtelijk maken door extreem slechte beursscenario’s los te laten op jou situatie.
Deze figuur laat een scenarioanalyse zien van hoe lang een vermogen van 1.000.000 euro meegaat wanneer jaarlijks 36.000 euro zou worden onttrokken vanaf 65 jaar. Dit scenario gaat uit van een wereldwijd gespreide portefeuille van 50% aandelen en 50% obligaties. Naar verwachting zal er ruim genoeg zijn (blauwe lijn is gemiddeld scenario). In het slechtste geval ooit (onderste lijn, periode 1966- 1996) zou er geen geld meer zijn op 87-jarige leeftijd.
Wil je hulp bij het bepalen hoeveel pensioen je nodig hebt? Boek dan een gratis belafspraak door rechtsboven op de groene knop te klikken.
Samenvattend
- Zorg dat je op pensioenleeftijd 70% van je laatst verdiende loon als pensioen ontvangt of neem genoegen met een gemiddelde.
- Maak een persoonlijk maatwerk pensioenplan zodat je zeker weet dat je genoeg hebt en jij je eigen leven kunt leiden zoals jij dat wilt.